Herdenkingsplaatsen in Brummen

Monument bij het Gemeentehuis

Dit monument herdenkt de 7 gevallen inwoners van Brummen. Daarnaast herinnert het ons aan een spannende verzetsdaad. Tijdens en vlak na de oorlog zijn levensmiddelen en schaarse goederen ‘op de bon’. Op die manier verdelen gemeenten de beschikbare voedingsmiddelen en brandstof zo eerlijk mogelijk onder hun ‘geregistreerde’ inwoners. Precies dít plaatst het verzet voor een lastig probleem, want hoe kom je aan voedsel voor alle mensen die officieel niet, of niet meer, bestaan: Nederlandse mannen die zijn ondergedoken voor de gedwongen tewerkstelling in Duitsland? Ondergedoken Joden? Ondergedoken verzetsmensen? Om ook aan eten voor hén te komen, plegen Nederlandse verzetsgroepen regelmatig overvallen op de distributiekantoren van deze voedselbonnen. Ook het Brummens verzet zit verlegen om extra bonkaarten voor het toenemend aantal onderduikers.

Joods monument 

Als Nederland op 15 mei 1940 de capitulatie tekent, is de militaire en bestuurlijke bezetting van ons land door de Duitsers een feit. Eerst houden die zich nog gedeisd, maar al gauw wordt het gedwongen ontslag van alle Joodse ambtenaren afgekondigd. Langzaam maar zeker, bijna sluipenderwijs, worden de anti-Joodse maatregelen verder opgevoerd. Eerst volgt het scheiden van de Joodse leerlingen van de niet-Joodse op school; dan de bordjes ‘Verboden voor Joden’ in parken, restaurants en openbare badhuizen; en daarna het afpakken van Joodse bedrijven. In 1942 draaien de incidentele razzia’s uit op de planmatige deportatie van alle Joodse Nederlanders naar concentratie- en vernietigingskampen. Ook de twee enige Joodse gezinnen van Brummen, beide Meijers geheten, ontkomen niet aan vervolging en zien zich in de nazomer van ‘42 genoodzaakt onder te duiken.

Monument bij Groot Engelenburg

Op 6 april 1945 nemen zo’n 30 Nederlandse SS'ers hun intrek in kasteel Groot Engelenburg. De Canadezen staan al enkele dagen aan de IJssel en het is iedereen duidelijk dat de bevrijding van Brummen een kwestie is van luttele dagen. Toch beginnen de SS-ers onmiddellijk met het arresteren van verzetsmensen uit Brummen en Eerbeek. Niet alle verzetsstrijders worden gearresteerd; een aantal van hen weet uit handen van de nazi’s te blijven. Zij die wel worden gepakt, worden in de kelders van het kasteel opgesloten. Onder onvoorstelbare folteringen en vernederingen worden zij ondervraagd. Uiteindelijk worden acht van hen in de vroege ochtend van 13 april uit de kelders gehaald en geëxecuteerd. Achteloos worden hun lichamen in de vijver van het kasteel gedumpt.

Monument bij de Oude of Pancratiuskerk

Deze kerk is in oorlogstijd het toneel geweest van heldhaftige daden. Van midden 1943 tot eind ‘44 verbergt Koster Jo Weenink hier, met gevaar voor eigen leven, regelmatig geallieerde piloten – soms wel vier tegelijk.  Doordeweeks verstopt hij de vliegeniers in de vergaderkamer van de kerkenraad en in het weekend verhuist hij ze naar de kelder, die daar precies onder ligt. Maarten Munnik, een verzetsstrijder uit Brummen, brengt de piloten naar hem toe. Maja, de 16-jarige dochter van de koster, heeft de taak de mannen eten te brengen. Dit vervoert ze in een emmer, afgedekt met een dweil, opdat de buitenwereld zal denken dat ze de kerk gaat schoonmaken. Om het geloofwaardig te doen lijken, draagt ze in de andere hand een bezem. Vanwege het gevaar van de hele onderneming verbiedt koster Weenink zijn dochter ook maar één woord met de piloten te wisselen; de buren van het gezin Weenink zijn namelijk NSB’ers.

Monument bij het Oude Postkantoor

Op 23 september 1944 heeft zich hier, op de plek waar zich vroeger het postkantoor bevond, een gruwelijke oorlogsmisdaad voorgedaan die bekend is geworden als het ‘Brummen Incident’. Als onderdeel van Operatie Market Garden vinden in 1944 een luchtlanding en veldslag plaats in en om Arnhem. De afloop is vreselijk; veel Engelse soldaten worden krijgsgevangen gemaakt. Op 23 september 1944 wordt een groep gevangengenomen Engelse parachutisten in een open vrachtwagen van Velp naar Zutphen gebracht. Hierbij voert de route door Brummen. Ter hoogte van het postkantoor, bij de scherpe bocht in de weg, moet de vrachtwagen flink afremmen. Dan grijpen twee geallieerde gevangenen hun kans: ze springen uit de open bak van de truck en rennen hun vrijheid tegemoet.

Monument voor Alvin Bader

Aan de Rhiederensestraat, op de hoek met de Den Broekweg, verongelukte op 2 november 1944 de jonge sergeant Alvin Bader, op dat moment nog geen 23 jaar oud.  Alvin Bader was een Amerikaanse soldaat die onderdeel was van de tienkoppige bemanning van een bombardementsvliegtuig. Dit vliegtuig voerde op 2 november 1944 bombardementen uit op olie-installaties in het Oosten van Duitsland. Op de terugtocht werd het vliegtuig in het grensgebied met Nederland door Duits afweergeschut geraakt en onherstelbaar beschadigd. Sgt. Bader was toegevoegd aan de bemanning als radio-operator, omdat hij Duits sprak. Zijn ouders waren Duitsers die ooit naar Amerika waren geëmigreerd. Het was Bader’s taak om de communicatie tussen Duitse vliegtuigen te ontregelen. Toen het Amerikaanse vliegtuig door Duits afweergeschut werd geraakt, sprong de bemanning met hun parachutes uit het toestel. Maar de parachute van Alvin Bader ging niet open en hij verongelukte dodelijk, dichtbij boerderij “De Platluûs” aan de Den Broekweg 1 in Oeken.

Het 4 mei Comité Brummen geeft richting, inhoud en vorm aan de jaarlijkse herdenkingsdag en stelt zich tot doel de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog in en rond de gemeente Brummen levend te houden.

© 2025 All Rights Reserved.